========================================================================== DeskTopBinder - SmartDeviceMonitor for Client 8.5.1.0 RICOH CO., LTD. ========================================================================== Inleiding Dit bestand bevat extra informatie die kan helpen bij het gebruik van SmartDeviceMonitor for Client Lees deze informatie voordat u met de installatie begint. Zie Help voor meer informatie en details over SmartDeviceMonitor for Client. -------------------------------------------------------------------------- (1) Features - Met SmartDeviceMonitor for Client kunt u elke willekeurige printer in de map Printers via de taakbalk controleren. - Met SmartDeviceMonitor for Client kunt u meerdere printers tegelijk controleren. - Met SmartDeviceMonitor for Client kunt u de netwerkinstellingen op de printer en meer specifieke informatie over het apparaat weergeven. - Met SmartDeviceMonitor for Client kunt u afdrukopdrachten rechtstreeks vanaf het netwerk afdrukken zonder een afdrukserver te gebruiken. - SmartDeviceMonitor for Client waarschuwt u bij afdrukfouten. - Met SmartDeviceMonitor for Client kunt u zien welke afdruktaak naar de printer is verstuurd en wanneer de opdracht is voltooid - Met SmartDeviceMonitor for Client kunt u afdruktaken naar andere printers sturen als de opgegeven printer niet kan afdrukken. <Herstel afdrukken> - Met SmartDeviceMonitor for Client kunt u afdruktaken van meerdere sets van een document tussen meerdere netwerkprinters verdelen, zodat het afdrukken sneller is voltooid <Parallel afdrukken>. Opmerking 1: parallel afdrukken en herstelafdrukken zijn alleen beschikbaar als de stuurprogramma's PCL6, PCL5e, PCL5c, RPCS of IPDL-C worden gebruikt. Andere stuurprogramma's, zoals PS-stuurprogramma's, ondersteunen deze functies niet. Opmerking 2: bij gebruik van bovenstaande functies neemt de afdruksnelheid mogelijk af. Als u de afdruksnelheid belangrijker vindt dan deze functies, kunt u de uitgebreide functies uitschakelen. (2) Limitation of installation - De volgende producten kunnen niet samen met SmartDeviceMonitor for Client worden gebruikt. Het product wordt overschreven als u SmartDeviceMonitor for Client installeert. - Aficio Manager for Client - LANIER Net Manager for Client - infotec NetPrint Manager for Client - Net Vision for Client - Multi Direct Print - PortNavi Houd er rekening mee dat versies van Aficio Manager for Client, LANIER Net Manager for Client, infotec NetPrint Manager for Client of Net Vision for Client lager dan 1.05 eerst moeten worden verwijderd voordat u SmartDeviceMonitor for Client installeert. Zorg ervoor dat de afdrukgegevens zijn verwijderd wanneer u bovenstaande programma's verwijdert. - Zorg er bij het verwijderen van SmartDeviceMonitor for Client van een netwerkstation voor dat zowel server en client lange bestandsnamen ondersteunen. Als server of client geen lange bestandsnamen ondersteunt, moet u ervoor zorgen dat de naam van de map op de broncomputer in DOS 8.3-indeling is. Als dit niet het geval is, kan de installatie mislukken. Voorbeeld: OK: F:\PRG\RMCLIENT\ DOS 8.3-indeling NG: F:\PROGRAMFILES\RMCLIENT\ niet-DOS 8.3-indeling (Mapnaam is te lang) * Bestands-/mapnaam is in DOS 8.3-indeling: 8 of minder letters + punt (.) + extensie (3 of minder letters) - U moet over beheerdersmachtigingen beschikken om SmartDeviceMonitor for Client voor Windows NT 4.0, Windows 2000 of Windows XP te installeren. - Als Aficio Manager for Client, LANIER Net Manager for Client, infotec NetPrint Manager for Client of Net Vision for Client op de computer is geïnstalleerd, moet u ervoor zorgen dat de toepassing niet wordt uitgevoerd als u SmartDeviceMonitor for Client installeert. - Als Multi Direct Print of PortNavi op de computer is geïnstalleerd, moet u ervoor zorgen dat eventuele afdruktaken zijn voltooid voordat u SmartDeviceMonitor for Client installeert. Houd er rekening mee dat u SmartDeviceMonitor for Client niet kunt installeren als u een poort toevoegt of configureert. - Sluit SmartDeviceMonitor for Client af voordat u het programma bijwerkt. Controleer ook of eventuele afdruktaken zijn voltooid en u geen poort toevoegt of configureert. - SmartDeviceMonitor for Client bijwerken: Meld u aan als dezelfde gebruiker die u bij de installatie hebt gebruikt of Verwijder eerdere versies van SmartDeviceMonitor for Client voordat u een hogere versie installeert. - Geef in Windows-directory geen installatiemap op. Als SmartDeviceMonitor for Admin al is geïnstalleerd, geeft u een andere map op voor SmartDeviceMonitor for Client. - Als de installatie van de software is voltooid, verschijnt (afhankelijk van het gebruikte besturingssysteem) het berichtvenster met de melding dat de installatie is voltooid mogelijk niet op het scherm. Wanneer dit het geval is, kunt u het scherm weergeven door de bijbehorende knop op de taakbalk te selecteren. - SmartDeviceMonitor for Client werkt niet goed als u het besturingssysteem Windows 95 / 98/ME bijwerkt naar Windows NT4.0/2000/XP. Dit komt doordat SmartDeviceMonitor for Client vanwege beperkingen van Windows NT4.0/2000/XP niet wordt herkend als het besturingssysteem wordt bijgewerkt naar Windows NT4.0/2000/XP. Verwijder SmartDeviceMonitor for Client in dit geval met de optie Software in het Configuratiescherm voordat u het besturingssysteem bijwerkt en installeer SmartDeviceMonitor for Client opnieuw. - Als een van de onderstaande situaties van toepassing is, moet u SmartDeviceMonitor for Client opnieuw installeren: -- U hebt de computer bijgewerkt van Windows 95/98/ME naar Windows 2000/XP. -- Het huidige besturingssysteem is Windows 2000 of Windows XP en u hebt het station waarop SmartDeviceMonitor for Client is geïnstalleerd veranderd van FAT in NTFS. - Voor het installeren van de SmartDeviceMonitor for Client software op een computer van de Windows 2000 Server serie waarop Terminal Services gebruikt worden of een Windows NT Server 4.0, Terminal Server Edition computer, zult u moeten overschakelen naar de Installatiemodus. Voor het installeren van het applicatieprogramma in de Installatiemodus kunt u een van de volgende methoden proberen: 1. Installeer het applicatieprogramma via "Programma's Toevoegen/Verwijderen " in het Configuratiescherm. 2. Tik voor het installeren het volgende commando in op de DOS opdrachtregel: CHANGE USER /INSTALL (gebruiker wijzigen /installeren) Tik na het installeren het volgende commando in op de DOS opdrachtregel: CHANGE USER /EXECUTE (gebruiker wijzigen /uitvoeren) Zie voor nadere informatie tevens de aanwijzingen in het Windows Helpscherm. - U kunt het product onder Windows 95/98/Me niet rechtstreeks installeren vanaf een netwerkstation naar een Windows Server 2003 computer. Voor de installatie zult u eerst de benodigde bestanden moeten kopiëren naar een plaatselijk schijfstation van de Windows Server 2003 computer, om dan met behulp van die bestanden het product te installeren. (3) Limitation of uninstallation - U moet over beheerdersmachtigingen beschikken om SmartDeviceMonitor for Client onder Windows NT 4.0 of Windows 2000 te kunnen verwijderen. - Als u SmartDeviceMonitor for Client probeert te verwijderen terwijl u een poort voor SmartDeviceMonitor for Client toevoegt of configureert, wordt er een foutmelding weergegeven. Zorg ervoor dat u geen poort toevoegt of configureert als u het product verwijdert. - Controleer of het afdrukken is voltooid wanneer u SmartDeviceMonitor for Client verwijdert. - Sluit SmartDeviceMonitor for Client af voordat u het programma verwijdert. - Meld u met dezelfde gebruikersaccount aan als de account die u voor de installatie hebt gebruikt als u SmartDeviceMonitor for Client verwijdert. Als u zich met een andere gebruikersaccount aanmeldt, wordt het programma mogelijk niet juist verwijderd. - Start de computer opnieuw als u in een dialoogvenster om wordt gevraagd wanneer u SmartDeviceMonitor for Client hebt verwijderd. (4) Notice / Limitations on Monitoring - Mogelijk ondervindt de pc vanwege prestatiebeperkingen in de volgende gevallen problemen bij het afdrukken: Op een pc met Windows NT4.0 en de module NetWare Client van Novell is de afdrukpoort (die niet met de printer is verbonden) ingesteld via NetWare-instellingen. - Mogelijk geven apparaten in enkele gevallen helemaal geen reactie of wordt informatie onjuist doorgegeven. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als één apparaat door verschillende pc's tegelijk wordt gebruikt. Selecteer in dit geval [Opties] in het venster met apparaateigenschappen en stel [Timeout] in op meer dan 10 seconden. - Lees deze sectie aandachtig als u een inbelnetwerkverbinding gebruikt en volg de bijbehorende stappen voordat u de software gebruikt om te voorkomen dat u extreem hoge kosten moet betalen. Deze software is ontwikkeld om gedurende een bepaalde periode met apparaten te communiceren. Afhankelijk van de locatie van het opgegeven apparaat is het mogelijk dat de verbinding altijd actief is. Zorg ervoor dat u een locatie opgeeft waarvoor geen inbelverbinding vereist is. Als u de computer met software verplaatst en configureert naar een ander netwerk, is er (afhankelijk van de toegevoegde apparaten) mogelijk een inbelverbinding vereist. Kies ervoor de apparaatcontrole te stoppen of de apparaten af te melden. (5) Cautions when Adding/Setting Port - Afhankelijk van de versie van Microsoft Internet Explorer en het Windows besturingssysteem dat u gebruikt, bestaat de kans dat uw computer vastloopt wanneer er een SSL verbinding via het IPP protocol wordt gebruikt voor het toevoegen van een aansluitpoort. Nauwkeuriger gezegd: wanneer u een URL adres begint met de letters "https" en dan op de OK knop klikt, kan zich het probleem van vastlopen voordoen. Voordat u een SSL verbinding via het IPP protocol onder Windows 98/Me/NT4.0 opzet, dient u vooral te controleren of uw versie van Microsoft Internet Explorer wel versie 6.0 of recenter is, of anders eerst de meest recente versie te installeren. - Als u op de knop voor poortinstellingen (Windows 95/98/ME) of poortconfiguraties (Windows NT/2000/XP) klikt, duurt het mogelijk langer voordat het bijbehorende dialoogvenster wordt weergegeven als het apparaat niet reageert (bijvoorbeeld omdat het niet is ingeschakeld). Wacht enige tijd of schakel het apparaat in als het uitstaat. - Als u een host-naam wilt invoeren om het adres van een apparaat te bepalen bij het toevoegen van een aansluitpoort, moet de host-naam van het betreffende apparaat al zijn gedefinieerd in het host-overzichtbestand, of zijn geregistreerd in de DNS server of de WINS server. Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor de maximale lengte van de host-naam. Let wel: als de host-naam niet juist is gekozen, zal de SmartDeviceMonitor for Client software geen aansluitpoort kunnen toevoegen en geen toezicht kunnen houden over het apparaat. (6) Notice / Limitations on Printing - De printerconfiguratie voor parallel afdrukken/herstelafdrukken moet overeenkomen met een van de oorspronkelijke printers. Als u een afdruktaak opgeeft waarvoor een afdrukoptie vereist is (zoals dubbele unit of afwerking) en de computer is niet verbonden met de printer(s) voor herstelafdrukken en/of parallel afdrukken, word de afdruktaak door de printer uitgevoerd maar zonder de opgegeven afdrukopties. Dit zal dan een onverwacht resultaat opleveren. - Gebruik hetzelfde papierformaat in alle laden van de oorspronkelijke printer en de printer(s) voor herstelafdrukken/parallel afdrukken. - Als u een specifieke afdruklade opgeeft, moet u hetzelfde papierformaat als voor de oorspronkelijke printer in de papierlade doen die met de oorspronkelijke lade overeenkomt. Houd er tevens rekening mee dat herstelafdrukken/parallel afdrukken niet wordt gestart als u een specifieke lade met een RPCS-stuurprogramma opgeeft. - Zorg er bij parallel afdrukken voor dat het selectievakje "Sorteren" in het afdrukdialoogvenster is uitgeschakeld. - Als herstelafdrukken of parallel afdrukken wordt uitgevoerd, worden er uiteraard andere printers gebruikt. De afdruktaak komt dus ook niet in het overzicht van afdruktaken van de oorspronkelijke printer voor. - Bij gebruik van Windows 2000 of Windows XP wordt het berichtenvenster mogelijk niet direct op het scherm weergegeven. U kunt het scherm weergeven door de bijbehorende knop op de taakbalk te selecteren. - Als IntranetWare Client op de computer is geïnstalleerd, is de maximumlengte van de poortnaam maximaal 43 tekens vanwege beperkingen van NetWare. Als de poortnaam de maximale lengte overschrijdt, treedt er een NetWare DLL-fout op. - Wanneer u "Skicka till [Job Binding]" als "Jobbtyp" opgeeft, wordt "Geannuleerd" weergegeven in de statuskolom van de lijst met afdruktaken, ook als de afdruktaak is voltooid. - Mogelijk verzendt de afdrukserver direct nadat deze is gestart geen meldingen naar de clients. - Om een mededeling te ontvangen waneer er wordt afgedrukt met een printer verbonden met een print-server, dient u te zorgen dat er aan de volgende voorwaarden is voldaan: -- De naam van het product zoals het is geïnstalleerd op uw computer moet precies gelijk zijn aan de de geïnstalleerde naam op uw print-server. Als er bijvoorbeeld SmartDeviceMonitor for Client software is geïnstalleerd op de server terwijl er SmartNetMonitor for Client software is geïnstalleerd op uw computer, zal de print-server geen mededeling kunnen doorgeven aan uw computer. -- De betreffende printer van de print-server moet zijn toegevoegd aan uw computer onder dezelfde gebruikersregistratie als waarmee u zich bij de computer hebt aangemeld.. -- Er moet ook een gebruikersregistratie gelijk aan die voor uw Windows aanmelding zijn gecreëerd op de print-server. - U zult geen mededeling ontvangen wanneer u een bestand afdrukt via een print-server als plaatselijk gebruiker van een cliënt-PC, terwijl de print-server draait onder het Windows XP besturingssysteem en er een Gast-registratie is geopend op de server-PC. - Bij clients met Windows XP is herstelafdrukken/parallel afdrukken alleen voor de eerst aangemelde gebruiker beschikbaar. Als het bureaublad van een latere gebruiker actief is, wordt herstelafdrukken/parallel afdrukken niet gestart, ook niet als aan de voorwaarden voor dit type afdrukken wordt voldaan. Ook foutmeldingen en voltooiingsberichten worden niet naar de client verzonden. - Wanneer u een bestand afdrukt naar een apparaat dat in een energiebesparingsstand is gezet, kunnen in bepaalde gevallen de verificatiegegevens niet goed worden gecontroleerd en kan daarom de Recovery Printing functie voor afdrukherstel niet naar behoren werken. (7) Item Description for SmartDeviceMonitor for Client - Raadpleeg de Help-onderwerpen voor meer informatie over de items van SmartDeviceMonitor for Client. (8) Requirements - Besturingssysteem - Windows 95/98: Pentium 133MHz of hoger aanbevolen - Windows ME: Pentium 150MHz of hoger aanbevolen - Windows NT4.0 (I386): Pentium 133MHz of hoger aanbevolen * Service Pack 5 is vereist voor het verzenden van meldingen aan clients bij afdrukken met een netwerkprinter. - Windows 2000 (I386): Pentium 133MHz of hoger aanbevolen - Windows XP: Pentium 550MHz of hoger aanbevolen - Windows Server 2003: Pentium 550MHz of hoger aanbevolen Naast de bovenstaande vereisten is tevens versie 4.01 of later van Internet Explorer vereist. Om met apparaten te communiceren via SSL, is versie 5 of later van Internet Explorer vereist. - Netwerkomgeving [Bij controle] - TCP/IP moet zijn geïnstalleerd. - Een IPX/SPX-compatibel protocol moet zijn geïnstalleerd bij gebruik van IPX/SPX. Voor gebruik van IPX/SPX Voor Windows 95 geldt een van de volgende vereisten: NetWare Network Client moet zijn geïnstalleerd Novell NetWare Client 32 moet zijn geïnstalleerd Novell IntranetWare Client for Windows 95 moet zijn geïnstalleerd Voor Windows NT4.0 (I386) geldt een van de volgende vereisten: Client Services for NetWare moet zijn geïnstalleerd Novell IntranetWare Client for Windows NT moet zijn geïnstalleerd Voor Windows 98 en ME geldt een van de volgende vereisten: NetWare Network Client moet zijn geïnstalleerd IntranetWare Client for Windows 95 moet zijn geïnstalleerd Voor Windows 2000 geldt het volgende vereiste: Client Services for NetWare moet zijn geïnstalleerd (Mogelijk werkt de software niet volledig als de module Novell Client op Windows 2000 wordt geïnstalleerd.) [Bij afdrukken] - TCP/IP of NetBEUI, onderdeel van het besturingssysteem, is vereist. Opmerking: in een draadloze LAN-omgeving werkt het afdrukken (afhankelijk van de radiogolven) mogelijk niet juist. - Geheugen: minimaal 32 MB of de hoeveelheid geheugen die voor het besturingssysteem wordt aanbevolen - Vaste schijf: 16 MB of meer -------------------------------------------------------------------------- Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft in de Verenigde Staten en andere landen. Andere bedrijven en productnamen zijn gedeponeerde handelsmerken van elk bedrijf.Download Driver Pack
After your driver has been downloaded, follow these simple steps to install it.
Expand the archive file (if the download file is in zip or rar format).
If the expanded file has an .exe extension, double click it and follow the installation instructions.
Otherwise, open Device Manager by right-clicking the Start menu and selecting Device Manager.
Find the device and model you want to update in the device list.
Double-click on it to open the Properties dialog box.
From the Properties dialog box, select the Driver tab.
Click the Update Driver button, then follow the instructions.
Very important: You must reboot your system to ensure that any driver updates have taken effect.
For more help, visit our Driver Support section for step-by-step videos on how to install drivers for every file type.