readme_Dutch.txt Driver File Contents (mp150xp101enz.exe)

Copyright CANON INC. 1994-2005

____________________________________________________________________

Canon MP-stuurprogramma's
voor Microsoft Windows XP/Windows 2000/Windows Me/Windows 98
Versie: 1.01
 Printerstuurprogramma: versie 1.90/8.60
 Scannerstuurprogramma: versie 11.2.0.0.mp02
 Opslagstuurprogramma: versie 1.02
____________________________________________________________________

  Dit bestand bevat informatie die niet in de elektronische 
  handleiding is opgenomen. Deze informatie kan van pas komen bij 
  het oplossen van eventuele problemen met de Canon MP150.

====================================================================
INHOUD
====================================================================
Algemene opmerkingen
1. Belangrijk
2. Afdrukken (Windows XP/Windows 2000)
3. Afdrukken (Windows Me/Windows 98)
4. Scannen

Opmerkingen bij toepassingen
1. Afdrukken (Windows XP/Windows 2000)
2. Afdrukken (Windows Me/Windows 98)
3. Scannen

====================================================================
Algemene opmerkingen:
====================================================================
1. Belangrijk
--------------------------------------------------------------------

  - Bij sommige USB-hubs kunnen problemen optreden met de MP-
    stuurprogramma's Als dit gebeurt, sluit u het apparaat direct aan 
    op de USB-poort van de pc, of sluit u het apparaat op een andere 
    USB-poort aan.

  - Bij sommige toepassingen onder Windows Me of 98, die de 
    verwisselbare schijven op het apparaat bewaken, kan de computer 
    trager gaan werken of wordt het afdrukken of scannen niet goed 
    uitgevoerd. U kunt deze problemen oplossen door deze toepassingen 
    te sluiten.

  - Wanneer u het apparaat aansluit op de pc, is het mogelijk dat het 
    station van de kaartlezer niet in Windows Verkenner verschijnt. 
    Dit kan gebeuren wanneer u een netwerkstation toewijst aan het 
    station dat volgt op de lokale volumes en wanneer er aan cd-rom-
    stations stationsletters zijn toegewezen. Als dit probleem 
    optreedt, wijst u het netwerkstation toe aan een andere 
    stationsletter en start u de pc opnieuw op.

  - Wanneer u met zeer grote bestanden werkt, is het mogelijk dat 
    het virtuele geheugen van Windows op raakt, waardoor Windows niet 
    meer goed werkt. Raadpleeg in dit geval de handleiding bij 
    Windows voor instructies over het vergroten van het virtuele 
    geheugen.

2. Afdrukken (Windows XP/Windows 2000)
--------------------------------------------------------------------
 
  - Bij sommige toepassingen werkt de instelling voor [Aantal 
    exemplaren] niet wanneer deze instelling in het 
    printerstuurprogramma wordt opgegeven. In dit geval geeft u deze 
    instelling in het dialoogvenster [Afdrukken] van de toepassing 
    op.

  - Wanneer u bij sommige toepassingen meerdere exemplaren van een 
    document wilt afdrukken en de optie [Sorteren] op het tabblad 
    [Pagina-instelling] van het printerstuurprogramma of in het 
    dialoogvenster [Afdrukken] van de toepassing is ingeschakeld, 
    wordt het afdrukken niet correct uitgevoerd. U lost dit op door 
    [Sorteren] uit te schakelen voordat u gaat afdrukken.

  - Als u afdrukt zonder rand, wordt het document vergroot tot het 
    groter is dan de pagina zodat het document wordt afgedrukt zonder 
    randen. Als [P 89x254mm] is geselecteerd voor [Paginaformaat] op 
    het tabblad [Pagina-instelling], wordt het gedeelte buiten de 
    pagina in sommige gedeelten groter dan wanneer een ander 
    paginaformaat is geselecteerd. Als u niet tevreden bent met het 
    resultaat van afdrukken zonder rand, vergroot u het document 
    minder om het bereik van het document dat moet worden afgedrukt, 
    uit te breiden.

  - Bij bepaalde toepassingen werkt het afdrukken niet goed als 
    [Afdruktype] of [Halftint] is ingesteld op [Auto]. In dit geval 
    start u de [Afdrukadviseur] op het tabblad [Afdruk] en selecteert 
    u de optie [Een foto van topkwaliteit afdrukken] of [Tabellen en 
    diagrammen afdrukken]. U kunt ook [Afdrukkwaliteit] op het 
    tabblad [Afdruk] instellen op [Aangepast] en een andere 
    instelling dan [Auto] kiezen voor [Halftint]. Stel vervolgens 
    [Kleur/Intensiteit] in op [Handmatig] en selecteer een andere 
    instelling dan [Auto] voor [Afdruktype].

  - Wanneer u gegevens afdrukt met gradaties of met veel grafische 
    informatie, is het mogelijk dat deze niet worden afgedrukt. Dit 
    gebeurt als er onvoldoende schijfruimte op de harde schijf is 
    voor de tijdelijke opslag van gegevens. U lost dit op door 40-50 
    MB ruimte vrij te maken op de schijf waar Windows XP of Windows 
    2000 is geïnstalleerd. U kunt ook voldoende ruimte toewijzen aan 
    de spoolmap op de schijf. Als u de locatie van de spoolmap wilt 
    wijzigen, voert u de onderstaande stappen uit.
    1. Selecteer de volgende items in het menu [Start]:
       Voor Windows XP: [Configuratiescherm]-[Printers en andere
       hardware]-[Printers en faxapparaten]
       Voor Windows 2000: [Instellingen]-[Printers]
    2. Selecteer [Eigenschappen voor Server] in het menu [Bestand].
    3. Klik op het tabblad [Geavanceerd], wijzig de naam van het 
       station bij [Spoolmap] en klik op [OK].

  - Als u een afdruktaak in de map Printer tijdens het afdrukken 
    annuleert, duurt het enige tijd voordat het afdrukken 
    daadwerkelijk stopt.

  - In sommige gevallen wordt er niet afgedrukt als er niet 
    voldoende virtueel geheugen beschikbaar is. U kunt dit probleem
    oplossen door het bestandsformaat van het virtuele geheugen te 
    vergroten volgens de onderstaande procedure.
    Voor Windows XP
    1. Klik in het menu [Start] op [Configuratiescherm] - [Prestaties
       en onderhoud] - [Systeem].
    2. Klik in het venster [Systeemeigenschappen] op de tab 
       [Geavanceerd].
    3. Selecteer [Instellingen] in het gedeelte Prestaties. 
       Als het venster [Instellingen voor prestaties] wordt 
       weergegeven, klikt u op de tab [Geavanceerd] en wijzigt u het 
       bestandsformaat door op de knop [Wijzigen] te klikken in het 
       gedeelte Virtueel geheugen.
    Voor Windows 2000
    1. Klik in het menu [Start] op [Instellingen] - 
       [Configuratiescherm] - [Systeem].
    2. Klik in het venster [Systeemeigenschappen] op de tab 
       [Geavanceerd].
    3. Selecteer [Instellingen voor prestaties] in het gedeelte 
       Prestaties en wijzig het bestandsformaat door op de knop 
       [Wijzigen] te klikken in het gedeelte Virtueel geheugen.

  - Als de geselecteerde [Taal] in het dialoogvenster [Info] niet 
    overeenkomt met de taal van het besturingssysteem, wordt het 
    venster van het stuurprogramma wellicht niet juist weergegeven.

  - Wijzig niet de instellingen voor [Afdrukprocessor] op het 
    tabblad [Geavanceerd] van het eigenschappenvenster van de 
    printer. Als u dit wel doet, kunnen de volgende functies niet 
    worden gebruikt:
    - [Afdrukvoorbeeld] op het tabblad [Afdruk]
    - [Pagina-indeling afdrukken], [Poster afdrukken], [Boekwerkje 
      afdrukken] en [Dubbelzijdig afdrukken] op het 
      tabblad [Pagina-instelling]
    - Alle functies van stempel afdrukken en achtergrond afdrukken

  - De volgende functies kunnen niet worden gebruikt als u de optie 
    [Geavanceerde afdrukfuncties inschakelen] op het tabblad 
    [Geavanceerd] van het eigenschappenvenster van het 
    printerstuurprogramma uitschakelt:
    - [Afdrukvoorbeeld] op het tabblad [Afdruk]
    - [Pagina-indeling afdrukken], [Poster afdrukken], [Boekwerkje 
      afdrukken], [Dubbelzijdig afdrukken], [Vanaf de laatste 
      pagina afdrukken] en [Sorteren] op het tabblad 
      [Pagina-instelling]
    - [Hoeveelheid spoolgegevens reduceren] in het dialoogvenster 
      [Afdrukopties]
    - Alle functies van stempel afdrukken en achtergrond afdrukken

  - De volgende functies kunnen niet worden gebruikt als u een 
    toepassing gebruikt die EMF-spooling niet ondersteunt 
    (bijvoorbeeld Adobe PhotoShop LE en MS Photo Editor):
    - [Afdrukvoorbeeld] op het tabblad [Afdruk]
    - [Pagina-indeling afdrukken], [Poster afdrukken], [Boekwerkje 
      afdrukken], [Dubbelzijdig afdrukken], [Vanaf de laatste
      pagina afdrukken] en [Sorteren] op het tabblad 
      [Pagina-instelling]
    - Alle functies van stempel afdrukken en achtergrond afdrukken

  - De volgende functies kunnen niet worden gebruikt als u 
    [Afdrukken naar bestand] selecteert in het dialoogvenster 
    [Afdrukken] van de toepassing:
    - [Afdrukvoorbeeld] op het tabblad [Afdruk]
    - [Pagina-indeling afdrukken], [Poster afdrukken], [Boekwerkje 
      afdrukken], [Dubbelzijdig afdrukken], [Vanaf de laatste pagina 
      afdrukken] en [Sorteren] op het tabblad [Pagina-instelling]
    - Alle functies van stempel afdrukken en achtergrond afdrukken

  - Wanneer [Pagina-indeling afdrukken] op het tabblad [Pagina-
    instelling] is ingesteld op [2 pagina-afdruk] of hoger, kunnen in 
    bepaalde toepassingen de pagina's worden afgekapt. Als dit 
    gebeurt, past u de indeling van de pagina's aan in de toepassing.

  - Wanneer u een poster, stempel of achtergrond afdrukt, is het 
    aantal weergegeven pagina's van het document in de wachtrij 
    groter dan het werkelijke aantal pagina's.

  - De kleuren in de schermweergave van de toepassing kunnen 
    verschillen van de kleuren in de weergave van het voorbeeld.

  - De kleuren in de weergave van het voorbeeld kunnen verschillen 
    van de kleuren op de afdruk.

  - Aangezien de resolutie in de weergave van het voorbeeld 
    verschilt van de resolutie van de afdruk, kunnen tekst en lijnen 
    in het voorbeeld er anders uitzien dan op de eigenlijke afdruk.

  - Bij sommige toepassingen wordt het afdrukken onderverdeeld in 
    meerdere taken. In dit geval wordt in de weergave van het 
    voorbeeld alleen de taak weergegeven die wordt afgedrukt en kan 
    de weergave er anders uitzien dan door de gebruiker was bedoeld.

  - De weergave van het voorbeeld kan in de volgende gevallen niet 
    worden gebruikt:
    - Wanneer tijdens het afdrukken met de rechtermuisknop op het 
      printerpictogram wordt geklikt en [Printer off line gebruiken] 
      wordt geselecteerd
    - Wanneer tijdens het afdrukken met de rechtermuisknop op het 
      printerpictogram wordt geklikt en [Printer off line gebruiken] 
      wordt geselecteerd

  - Wanneer u een netwerkprinter gebruikt en de Canon IJ-
    statusmonitor op de client is actief, wordt er een opdracht naar 
    de printer gestuurd om de status op te halen. Als u de optie 
    [Waarschuwing geven als externe documenten worden afgedrukt] op 
    het tabblad [Geavanceerd] van het dialoogvenster [Eigenschappen 
    voor afdrukserver] op de afdrukserver hebt geactiveerd, 
    verschijnt er bij elke opdracht een bericht op de client dat het 
    afdrukken is voltooid. Om te voorkomen dat deze berichten 
    verschijnen, maakt u de selectie van de optie [Waarschuwing geven 
    als externe documenten worden afgedrukt] op het tabblad 
    [Geavanceerd] van het dialoogvenster [Eigenschappen voor 
    afdrukserver] op de afdrukserver ongedaan, en start u de 
    afdrukserver opnieuw op om de instelling in werking te laten 
    treden.

  - Als u Windows afsluit terwijl er een bestand op de printer wordt 
    afgedrukt, wordt de taakinformatie mogelijk niet bijgewerkt. In 
    dit geval wordt dezelfde taak geactiveerd wanneer u Windows weer 
    start.

  - Wanneer u een computer gebruikt met Windows XP of Windows 2000 
    die is aangemeld bij een Werkgroep in plaats van een Domein als 
    een servercomputer voor het delen van de printer, is het mogelijk 
    dat het afdrukken vanaf een clientcomputer niet goed werkt. Als 
    dit probleem optreedt, moet u zich aanmelden bij een Domein of 
    een account toevoegen aan de servercomputer voor elke gebruiker 
    in de Werkgroep die vanaf een clientcomputer afdrukt.

3. Afdrukken (Windows Me/Windows 98)
--------------------------------------------------------------------

  - U schakelt de Canon IJ-statusmonitor in door bi-directionele 
    communicatie in te schakelen in Windows.
    Klik op [Instellingen] in het menu [Start] en selecteer 
    [Printers] om het eigenschappenvenster van de printer te openen. 
    Ga naar het tabblad [Details] en klik op de knop [Wachtrij-
    instellingen...]. Selecteer vervolgens [Bi-directionele 
    ondersteuning voor deze printer inschakelen].

  - De canon IJ-statusmonitor kan niet worden gebruikt wanneer de 
    printer als een netwerkprinter wordt gebruikt.

  - Als u afdrukt zonder rand, wordt het document vergroot tot het 
    groter is dan de pagina zodat het document wordt afgedrukt zonder 
    randen. Als [P 89x254mm] is geselecteerd voor [Paginaformaat] op 
    het tabblad [Pagina-instelling], wordt het gedeelte buiten de 
    pagina in sommige gedeelten groter dan wanneer een ander 
    paginaformaat is geselecteerd. Als u niet tevreden bent met het 
    resultaat van afdrukken zonder rand, vergroot u het document 
    minder om het bereik van het document dat moet worden afgedrukt, 
    uit te breiden.

  - Als u Windows afsluit terwijl er een bestand op de printer wordt 
    afgedrukt, wordt de taakinformatie mogelijk niet bijgewerkt. In 
    dit geval wordt dezelfde taak geactiveerd wanneer u Windows weer 
    start.

4. Scannen
--------------------------------------------------------------------

  - Zorg ervoor dat u voldoende schijfruimte hebt voor het scannen 
    van grote documenten met een hoge resolutie. Voor het scannen van 
    een compleet kleurendocument met 600 dpi hebt u minimaal 300 MB 
    aan vrije schijfruimte nodig.

  - Voer slechts één toepassing tegelijk uit van de toepassingen die 
    aan ScanGear zijn gekoppeld. Open niet meerdere toepassingen 
    tegelijk van de toepassingen die aan ScanGear zijn gekoppeld. 
    Open ook ScanGear niet meer dan eens om een afbeelding in 
    dezelfde toepassing in te lezen.

  - Wanneer u grote afbeeldingen scant op hoge resolutie, is het 
    mogelijk dat de voortgangsbalk stopt bij 0% of dat uw computer 
    niet meer reageert, afhankelijk van de grootte van het bestand en 
    de beperkingen van de gebruikte toepassingen. Als dit gebeurt, 
    annuleert u de bewerking (bijvoorbeeld door te klikken op de knop 
    [Annuleren] van de voortgangsbalk), vergroot u het virtuele 
    geheugen en voert u de scan opnieuw uit. U kunt het probleem 
    mogelijk ook oplossen door een kleiner gebied te selecteren met 
    een lagere resolutie.
    U kunt de afbeelding ook scannen en opslaan vanuit MP Navigator 
    en het resulterende bestand in uw toepassing importeren.

  - Het is mogelijk dat onder Windows XP of Windows 2000 de TWAIN-
    gegevensbron zo nu en dan niet goed wordt geopend wanneer het 
    systeembestand de indeling NTFS heeft. Om veiligheidsredenen kan 
    de TWAIN-module niet worden geschreven naar de directory "winnt". 
    Raadpleeg uw systeembeheerder voor meer informatie.

  - Sluit altijd het hoofdvenster van ScanGear voordat u de 
    hoofdtoepassing afsluit.

  - Bepaalde computers (inclusief laptops) worden niet goed gestart 
    vanuit de modus stand-by wanneer het apparaat is aangesloten.
    Start de computer opnieuw op als dit gebeurt.

  - De knop Zwart of de knop Kleur werkt wellicht niet in de 
    scanmodus nadat u het stuurprogramma hebt geïnstalleerd. In dit 
    geval start u het systeem opnieuw op.

  - Wanneer u een voorbeeld van een afbeelding weergeeft of een 
    afbeelding scant die een relatief gelijkmatige achtergrond heeft, 
    is het mogelijk dat de kleuring van de functie voor automatische 
    tint wordt gewijzigd.
    Als dit gebeurt, stelt u deze functie opnieuw in.

====================================================================
Opmerkingen bij toepassingen:
====================================================================
1. Afdrukken (Windows XP/Windows 2000)
--------------------------------------------------------------------

  - Microsoft Word/Microsoft Corporation
    Als u een hogere waarde opgeeft dan 1 bij [Pagina's per vel] in 
    het dialoogvenster [Afdrukken] van Word, gebruikt u niet de optie 
    [Pagina-indeling afdrukken] op het tabblad [Pagina-instelling] 
    van het printerstuurprogramma.
    Als u voor beide instellingen een hogere waarde opgeeft dan 1, 
    wordt het afdrukken niet correct uitgevoerd. Wanneer u meer dan 
    één pagina per vel wilt afdrukken, geeft u dit op door slechts 
    een van de instellingen te wijzigen.

  - Microsoft Word/Microsoft Corporation
    Wanneer u in het dialoogvenster [Afdrukken] de optie [Aanpassen 
    aan papierformaat] gebruikt, moet u niet de optie [Afdrukken op 
    schaal] op het tabblad [Pagina-instelling] van het 
    printerstuurprogramma gebruiken. Als u deze optie gebruikt, 
    krijgt de optie [Papierformaat printer] op het tabblad [Pagina-
    instelling] van het printerstuurprogramma voorrang boven de optie 
    [Aanpassen aan papierformaat] van Word.

  - Microsoft Word/Microsoft Corporation
    Wanneer de optie [Formaat zonodig wijzigen in A4/Letter] van Word 
    is ingeschakeld en de optie [Afdrukstand] in het dialoogvenster 
    [Pagina-instelling] van Word is ingesteld op [Staand] en de 
    [Afdrukstand] in het printerstuurprogramma is ingesteld op 
    [Liggend], wordt het afdrukken niet correct uitgevoerd. U kunt 
    dit voorkomen door vóór het afdrukken de optie [Formaat zonodig 
    wijzigen in A4/Letter] uit te schakelen. U krijgt toegang tot 
    deze functie door het dialoogvenster [Opties] te openen vanuit 
    het menu [Extra] van Word en te klikken op het tabblad 
    [Afdrukken].

  - Microsoft Word/Microsoft Corporation
    Wanneer u het [Papierformaat] en de [Afdrukstand] wilt wijzigen, 
    doet u dit in Word en niet in het printerstuurprogramma.

  - Microsoft Word/Microsoft Corporation
    Wanneer u [Afdrukken op schaal], [Passend op papierformaat] of 
    [Pagina-indeling afdrukken] selecteert bij [Afdruktype] op het 
    tabblad [Pagina-instelling], doet u het volgende:

    1. Open het dialoogvenster [Afdrukken] van Word.
    2. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma, 
       selecteer [Afdruktype] op het tabblad [Pagina-instelling] en 
       klik op [OK].
    3. Sluit het venster [Afdrukken] zonder het afdrukken te starten.
    4. Open het dialoogvenster [Afdrukken] van Word opnieuw.
    5. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma en 
       klik opnieuw op [OK].
    6. Start het afdrukken.

  - Microsoft Excel 2002/Microsoft Corporation
    Als de optie 'Formaat zonodig wijzigen in A4/Letter' in Excel 
    2002 is ingeschakeld en de instelling voor 'Papierformaat' op het 
    tabblad 'Pagina-instelling' van het printerstuurprogramma komt 
    niet overeen met de instelling voor papierformaat in Excel (de 
    ene optie staat ingesteld op A4 en de andere op Letter), wordt 
    bij het afdrukken de instelling van het printerstuurprogramma 
    gebruikt.
    Als er een probleem optreedt, geeft u in het 
    printerstuurprogramma dezelfde instelling op voor het 
    papierformaat als in Excel. U kunt ook in Excel op het tabblad 
    "Internationaal" de optie "Papierformaat zonodig wijzigen in 
    A4/Letter" uitschakelen en vervolgens de gegevens afdrukken.

  - Photoshop/Adobe Systems Inc.
    Het afdrukken wordt niet uitgevoerd als u geen beheerdersrechten 
    hebt. Zorg dat u zich aanmeldt met beheerdersrechten.

  - Lotus Notes/Lotus Corporation
    Het systeem kan bij bepaalde afdruktaken vergrendeld raken. Zorg 
    dat u in de pagina-instellingen van Notes een boven- en 
    ondermarge opgeeft van 22,86 mm (0,9 inch) of 27,94 mm (1,1 
    inch).

  - Microsoft Outlook/Microsoft Corporation
    Als u het afdrukken vanuit de toepassing annuleert, loopt de 
    volgende afdruktaak vast. Selecteer op het tabblad [Geavanceerd] 
    van het eigenschappenvenster van de printer, de functie voor het 
    in de wachtrij plaatsen van het document.

  - CorelDRAW 8/Corel Corporation
    Er kunnen problemen optreden bij het openen van het 
    eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma vanuit 
    CorelDRAW 8.0. Het systeem kan vastlopen of er kunnen tekens 
    beschadigd raken. U voorkomt dit door het eigenschappenvenster 
    van het printerstuurprogramma te openen vanuit de map [Printers], 
    de gewenste instellingen op te geven en vervolgens af te drukken 
    vanuit de toepassing.
    Dit probleem treedt niet op bij CorelDRAW 9.0.

  - Illustrator/Adobe Systems Inc.
    Het afdrukken van bitmaps duurt lang of er worden enkele gegevens 
    niet afgedrukt. Maak de selectie van de optie voor bitmap 
    afdrukken in het dialoogvenster [Afdrukken] ongedaan en druk 
    opnieuw af.

2. Afdrukken (Windows Me/Windows 98)
--------------------------------------------------------------------

  - Microsoft Word 95/97/2000/2002 (Microsoft Corp.)
    Wanneer u Microsoft Word gebruikt, is het mogelijk dat documenten 
    die zijn ingesteld op vergroot of verkleind afdrukken, niet 
    worden vergroot of verkleind.
    U gebruikt de functie voor vergroting/verkleining door eerst 
    [Start] - [Instellingen] - [Printers] te selecteren en vervolgens 
    met de rechtermuisknop op de naam van de printer te klikken die u 
    gebruikt. Selecteer vervolgens [Als standaard instellen] en geef 
    het papierformaat op op het tabblad [Pagina-instelling] in het 
    eigenschappenvenster van de printer.
    U kunt de toepassing nu starten.
    Als u de functie voor vergroting/verkleining niet gebruikt, of 
    als u afdrukt na geklikt te hebben op de knop [Sluiten] om het 
    dialoogvenster Afdrukken te sluiten, gebruikt de printer het 
    opgegeven papierformaat.

  - CorelDRAW (Corel Corporation)
    In sommige gevallen zijn de instellingen in het 
    printerstuurprogramma niet geldig. Als dit gebeurt, slaat u de 
    afdrukgegevens op en sluit u CorelDRAW.
    Selecteer vervolgens [Start] - [Instellingen] - [Printers] en 
    klik met de rechtermuisknop op de naam van de printer die u 
    gebruikt. Selecteer vervolgens Eigenschappen. Voer nu de 
    instellingen in voor het printerstuurprogramma, start CorelDRAW 
    opnieuw op en druk het document af.

  - Bij sommige softwareprogramma's worden de instellingen voor 
    vergroot/verkleind afdrukken geannuleerd wanneer het 
    eigenschappenvenster van de printer wordt gesloten en opnieuw 
    wordt geopend.
    De verhoudingen voor de vergroting/verkleining worden ingesteld 
    op basis van de verhouding tussen het opgegeven documentformaat 
    en het papierformaat in de printer.
    Als dit gebeurt, kunt u met de juiste verhouding voor de 
    vergroting of verkleining afdrukken door onmiddellijk na het 
    instellen van deze verhouding af te drukken.

  - Wanneer u de functie voor pagina-indeling gebruikt, kunnen in 
    sommige toepassingen gegevens naar de volgende pagina worden 
    verplaatst.

3. Scannen
--------------------------------------------------------------------

  - De TWAIN-gebruikersinterface wordt in sommige toepassingen 
    verborgen.
    In de handleiding voor de applicatieprogrammeur kunt u lezen hoe 
    u de vereiste instellingen wijzigt, zodat de TWAIN-
    gebruikersinterface weer wordt weergegeven.

  - Met sommige toepassingen zoals Microsoft Word 2000, Excel 2000 
    en PowerPoint 2000 kunt u documenten met meerdere pagina's niet 
    scannen.
    Deze toepassingen accepteren alleen de eerste pagina.
    In dit geval moet u elke pagina afzonderlijk scannen.

  - Microsoft Outlook/Microsoft Corporation
    Wanneer u afbeeldingen scant die een volledige pagina beslaan, in 
    een toepassing van Microsoft Office (zoals Word, PowerPoint of 
    Excel), is het raadzaam de opdracht Aangepast invoegen te 
    gebruiken in het dialoogvenster Figuur invoegen van scanner of 
    camera. Als u dit niet doet, wordt de afbeelding mogelijk niet 
    goed gescand.

  - Corel WordPerfect 10/Corel Corporation
    Afbeeldingen die uit Corel WordPerfect 10 worden geïmporteerd, 
    worden mogelijk niet goed gescand. Als dit gebeurt, verhoogt u de 
    beschikbare hoeveelheid virtueel geheugen en scant u de 
    afbeelding opnieuw. Hiermee lost u het probleem mogelijk op.

____________________________________________________________________

  Microsoft en Windows zijn in de VS en andere landen gedeponeerde 
  handelsmerken van Microsoft Corporation.
  Andere merknamen en productnamen zijn handelsmerken of 
  gedeponeerde handelsmerken van de respectieve eigenaars.
Download Driver Pack

How To Update Drivers Manually

After your driver has been downloaded, follow these simple steps to install it.

  • Expand the archive file (if the download file is in zip or rar format).

  • If the expanded file has an .exe extension, double click it and follow the installation instructions.

  • Otherwise, open Device Manager by right-clicking the Start menu and selecting Device Manager.

  • Find the device and model you want to update in the device list.

  • Double-click on it to open the Properties dialog box.

  • From the Properties dialog box, select the Driver tab.

  • Click the Update Driver button, then follow the instructions.

Very important: You must reboot your system to ensure that any driver updates have taken effect.

For more help, visit our Driver Support section for step-by-step videos on how to install drivers for every file type.

server: web5, load: 1.97